Ijsbergrekenen
Sommen op papier kan je alleen begrijpen en oplossen als je kennis en veel vaardigheden
hebt opgedaan.
De aanpak van het ijsbergrekenen sluit nauw aan bij de basisprincipes van de
rekendidactiek: van concreet, over schematisch (met een tekening) naar het abstracte
formele ‘rekenen’ met getallen.
.
Het rekenen kan met een ijsberg worden vergeleken. Sommen zijn slechts het topje van de
ijsberg. Net als bij een echte ijsberg, bevindt het belangrijkste deel zich onder de
oppervlakte. Het topje komt boven door het drijfvermogen van wat onder water zit.
Het ijsbergmodel stelt dat het wiskundeproces verloopt volgens vier vaste lagen die van
toepassing zijn op alle domeinen van wiskunde:
-
Uiterlijk en functie
Uiterlijk en functie van getallen, bewerkingen, verhoudingen, … : kinderen maken handelend kennis met wiskundige concepten.
-
Inhoud en structuur
Inhoud en structuur van getallen en bewerkingen: de concrete materialen worden vervangen door een gestructureerd model. In eerste instantie zijn dat nog telbare, manipuleerbare modelmaterialen. In een latere fase worden ze schematisch.
-
Getalrelaties:
De getalstructuren zijn mentaal opgeslagen en kunnen achterwege gelaten worden. De onderlinge relaties tussen de getallen worden onderzocht en geautomatiseerd.
Deze drie lagen vormen samen het drijfvermogen.
-
Formele niveau:
Rekenfeiten en procedures worden geautomatiseerd volgens het conceptueel leren in de voorgaande lagen.
Het niveau van de formele bewerkingen noemen we de top van de ijsberg. In deze fase
vindt het automatiseren en memoriseren van sommen plaats